Gisteren, donderdag, weer in de buurt gaan rondkijken.
Op het programma staat bezoek aan Altea en het strand van El Albir.
Altea ligt slechts 8 km van Benidorm maar toch een heel andere wereld. De weg er naar toe is volgens mij een typische Spaanse rijksweg. Een rommelige weg met aan weerszijden eetzaken afgewisseld met werkplaatsen en/of verkoopmagazijnen.
Altea bestaat eigenlijk uit 2 gedeeltes, het oude dorp op een heuvel, hiervoor loopt het tramlijntje en dan komt er een winkelstraat, evenwijdig hieraan de drukke rijksweg en daarna de boulevard met lage bebouwing. Ze hebben hier geen zandstrand maar eerst een soort lagune omzoomd met grote rotsblokken en een paar kleine kiezelstrandjes.
Je merkt aan alles dat hier veel Nederlanders wonen, veel teksten in de Nederlandse taal en je hoort onze taal.
Ook hebben ze hier een jachthaven. Dus maar weer even een foto maken.
Even op het havenkantoor geweest en een folder gehaald met prijslijst. Conclusie: we blijven maar liggen op ons stekje in Zeeland.
Altea is wel een rustige plaats met veel kunstgalerieën en nette horeca.
Vandaag weer een dagje Benidorm gedaan. Het is prachtig en warm weer. Je merkt dit aan alles de boulevards zijn erg druk, er liggen mensen op het strand en je ziet zelfs een enkeling het water in gaan. Wij lopen naar een heel hoog flatgebouw. Volgens een of ander boekje kon je boven in de toren komen en van het uitzicht genieten.
We nemen de kortste weg, een steile helling waar we over een zand/steenpaadje lopen.
Eenmaal boven is onze verrassing erg groot. Het gebouw is weliswaar van veraf helemaal klaar maar van dichtbij is het helemaal niet afgebouwd, de bouw ligt al enkele jaren stil. Een trieste aanblik, echt een spookomgeving.
Op onze namiddagwandeling ontmoeten we een echtpaar uit Sittard. Zij huren al 2 jaar een nieuwbouw appartement in Benidorm en wonen en circa 10 maanden per jaar. We mogen van hun een kijkje nemen in het appartement. Ziet er zeer mooi uit en we noteren onder in de hal een paar telefoon nrs van verhuurders van dit gebouw “Coblanca 41”. Je weet maar nooit.